Bij de ruitjesproef wordt een ruitjespatroon in de te meten coating aangebracht. Het ruitjespatroon wordt aangebracht door met een cutting tool met 6 tanden (ISO methode) of 11 tanden (ASTM methode) twee lijnenseries in een rechte hoek van 90° ten opzichte van elkaar te snijden. Hierdoor ontstaat een ruitjespatroon.
De afstand tussen de lijnen wordt bepaald door de laagdikte van de coating:
- 1 mm tussenruimte voor coatings tot 60 µm op harde substraten;
- 2 mm tussenruimte voor coatings tot 60 µm op zachte substraten;
- 2 mm tussenruimte voor coatings van 61 tot 120 µm op harde of zachte substraten
- 3 mm tussenruimte voor coatings 121 tot 250 µm op harde of zachte substraten. (dit patroon wordt aangebracht met een enkel mes en een raster)
Op het ontstane ruitjespatroon wordt, na behandeling met een harde borstel, een gestandaardiseerde tape aangebracht, welke vervolgens onder een hoek van 45° weer wordt verwijderd. Vervolgens wordt het ruitjespatroon geëvalueerd met behulp van een tabel.